Het merk Rover, dat zijn oorsprong vindt in het Verenigd Koninkrijk, heeft een rijke geschiedenis die teruggaat tot 1883. Oorspronkelijk begonnen als rijwielfabriek onder de naam Starley-Sutton, evolueerde Rover door de jaren heen naar een bekende naam in de auto-, fiets- en motorfietsindustrie. Van de productie van hun eerste motorfiets in 1903 tot de bouw van hun eerste auto in 1904, heeft Rover een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van de Britse auto-industrie tot het bedrijf in 2005 failliet ging.
In de vroege jaren van Rover's bestaan lag de focus vooral op fietsen. J.K. Starley, de oprichter, introduceerde in 1885 de Rover Safety Bicycle. Dit ontwerp, met een ruitvormig frame en twee even grote wielen aangedreven door een ketting, legde de basis voor de moderne fiets zoals we die nu kennen. Deze innovatie maakte fietsen veiliger en stabieler, waardoor het een populair transportmiddel werd.
Rover breidde zijn productlijn in 1903 uit met de introductie van motorfietsen. Het begon met de Rover Imperial forecar, en later volgden modellen met een gewoon motorstuur. Rover motorfietsen stonden al snel bekend om hun duurzaamheid en betrouwbaarheid. Een significant model was de 500 cc motorfiets uit 1912, met een Bosch-ontstekingsmagneet, een kenmerk dat Rover onderscheidde van andere merken.
In 1904 betrad Rover voor het eerst de automobielindustrie met de productie van hun eerste auto. Aanvankelijk bouwde Rover eenvoudige voertuigen, maar in de jaren ’30, onder de leiding van de gebroeders Wilks, veranderde het bedrijf zijn strategie om meer kwalitatief hoogwaardige auto's te bouwen. Deze verschuiving resulteerde in de introductie van de Rover P6 in de jaren ’60, die zich onderscheidde als de eerste Auto van het Jaar in 1964.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog stopte Rover tijdelijk met de productie van auto's om vliegtuigonderdelen te vervaardigen, met een focus op motoren. Na de oorlog herintroduceerde Rover de P3 en begon ze met de productie van de iconische Land Rover in 1948, een robuust, Jeep-achtig voertuig dat al snel wereldwijd populair werd.
De Land Rover werd een symbool van betrouwbaarheid en avontuur, bekend om zijn duurzame aluminium carrosserie. Het succes van de Land Rover leidde tot verdere innovaties zoals de introductie van de meer luxueuze Range Rover in 1970. Deze voertuigen verwierven een iconische status en zijn tot op vandaag een begrip in de automobielwereld.
In de jaren '70 onderging Rover verschillende fusies, waaronder die met British Leyland Motor Corporation (BLMC). Deze periode was uitdagend door economische moeilijkheden en managementwisselingen, maar het gaf ook aanleiding tot nieuwe modellen zoals de Rover SD1, die in 1977 de Auto van het Jaar award won.
In de jaren '80 en '90 werkte Rover nauw samen met Honda, wat resulteerde in de ontwikkeling van nieuwe modellen gebaseerd op Honda-platforms, zoals de Rover 200 en 400 series. In 1994 werd Rover overgenomen door BMW, wat leidde tot de ontwikkeling van de Rover 75. Helaas leidde deze samenwerking niet tot duurzame langetermijnsuccessen voor Rover.
In 2000 verkoos BMW de merken Mini en Land Rover te behouden en verkocht Rover aan de MG Rover Group. Financiële problemen bleven echter aanhouden, wat uiteindelijk leidde tot het faillissement van Rover in 2005. Delen van het bedrijf werden overgenomen door Nanjing Automotive Group, en de merknaam Rover werd in 2008 verkocht aan Tata Motors.
Hoewel Rover niet langer bestaat als zelfstandige autofabrikant, blijft het merk een belangrijk onderdeel van de geschiedenis van de auto-industrie. Van zijn vroege dagen in de fietsindustrie tot de ontwikkeling van iconische voertuigen zoals